Karin Spaink on Wed, 26 May 2010 16:06:34 +0200 (CEST)


[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]

[Nettime-nl] Verschenen: Wie is U? Identiteit, privacy & politiek


Afgelopen donderdag is de bundel 'Wie is U? Identiteit, privacy & politiek' verschenen. Het boek is het 5e deel van The Next Ten Years uit, een serie boekjes die ik voor XS4all maak. De serie belicht hoe technologische en maatschappelijke ontwikkelingen op elkaar inwerken, en zo onze wereld veranderen.
Wie is U? Identiteit, privacy & politiek - Nijgh & Van Ditmar -  
Amsterdam, mei 2010 - 80 pagina’s - 5 euro - ISBN: 978-90-388-9095-1 /  
Auteurs: Egbert Dommering / Bart Jacobs / Karin Spaink / Dirk van  
Weelden

Achterflap:

We laten overal digitale sporen achter. Dat gebeurt soms vrijwillig, maar vaak ook zonder dat we er weet van hebben. De gegevens en sporen die we achterlaten, beïnvloeden ons leven: ze kleuren hoe anderen tegen ons aankijken, ze maken dat we een gewilde klant zijn of bedrijven ons juist schuwen, ze maken ons verdacht of pleiten ons vrij – terecht of niet. Tegelijkertijd vertellen mensen graag over zichzelf op internet, omdat ze daar iets voor terugkrijgen. Het stelt ze in staat kennis en interesses te delen, contacten op te doen, hun netwerk te onderhouden en uit te bouwen.
Terwijl de scheiding tussen persoonlijk en publiek vervaagt, lijkt het  
debat over privacy - dat vooral de verhouding tussen burgers en de  
staat regelt – stilletjes te zijn verdwenen. Wij worden transparant  
voor de staat. Maar is voor ons ook transparant wat de staat met onze  
gegevens doet?
Privacy is een pasmunt geworden, iets dat je inlevert in ruil voor  
veiligheid of korting op je boodschappen. Waarom roepen we om het  
hardst dat we niets hebben te verbergen? Van wie zijn onze  
persoonsgegevens eigenlijk? Wat kan een ander ermee doen? Bent u nog  
wie u vijf jaar geleden was? Veranderen communicatiemiddelen onszelf,  
maken ze ons tot andere mensen? Wie zijn we eigenlijk?
Korte inhoud:

De sociale geschiedenis van de telefoon – die in dit boek door Karin Spaink voor het eerst wordt beschreven – illustreert prachtig hoe maatschappij en technologie elkaar beïnvloeden en ons veranderen. De telefoon verhuisde van een koude gang naar de woon- en slaapkamer; met elke nieuwe ruimte die hij veroverde, werden de gesprekken die we ermee voerden persoonlijker. Tegenwoordig nemen we die privésfeer overal mee naartoe, in onze jaszak, en ontwikkelt zich via sociale netwerksites een nieuw maatschappelijk middenveld. Wat doen die draagbare, ons overal vergezellende relaties met ons gevoel voor privacy en met de publieke en politieke ruimte? Is het niet vreemd dat een paar bedrijven kunnen vaststellen wat wel en niet geoorloofd is in dit nieuwe maatschappelijke platform?
Dirk van Weelden beschrijft hoe privacy een pasmunt is geworden: wie  
informatie over zichzelf prijsgeeft, ontvangt in ruil daarvoor meer –  
en beter – op maat gesneden informatie terug. Maar informatie die we  
onbewust achterlaten, zoals ons surf- en klikgedrag, blijkt ook te  
worden vastgelegd en benut. Is het geen beklemmend idee, vraagt Van  
Weelden zich af dat alles wat we online doen door bedrijven wordt  
uitgebaat en bijna verwordt tot onbetaalde arbeid? Hoewel hij voorziet  
dat de ‘verstikkende ontwikkeling waarin steeds meer vrije, loze, vage  
tijd en inspanning wordt uitgebaat’ aan een limiet onderhevig is, is  
hij daar niet gerust op. Zeker niet nu de overheid eenzelfde  
registratiedrang lijkt te willen hanteren.
In een bij vlagen sardonisch stuk schetst Egbert Dommering hoe in  
welke mate technologie tot onze natuurlijke habitat is geworden. Wie  
zouden we nog zijn zonder internet? Als een mens zonder eigenschappen  
dwalen we door het ICT-woud: de kieswijzer moet ons vertellen op welke  
partij we moeten stemmen, Google Maps of TomTom vertellen ons waar we  
zijn en hoe we kunnen komen waar we willen wezen, zoekmachines moeten  
het antwoord op onze vragen te geven. Ondertussen laten we overal onze  
digitale sporen achter, en ontwikkelt zich een technologie die straks  
ook in ons lichaam komt te huizen.
Bart Jacobs rekent af met een groot misverstand over privacy (‘we  
zetten toch zélf alles op Hyves en Facebook?’) door te wijzen op het  
verschil tussen vrijwillig verstrekte informatie enerzijds en  
afgedwongen informatie anderzijds. Maar zelfs bij vrijwillig  
verstrekte informatie weten we eigenlijk niet goed wat anderen ermee  
doen. Jacobs pleit voor grotere openheid daarover, en werkt die  
gedachte ook politiek uit: nu de controlestaat een feit is, kunnen we  
maar beter snel gaan ijveren voor een controle-controlestaat:  
duidelijkheid eisen over wie wat met welke informatie doet.
In het slotstuk zet Karin Spaink uiteen wat datalekken zijn: dezelfde  
bedrijven die links en rechts onze gegevens verzamelen en bewerken  
gaan daar vaak slordig mee om, zodat ze op straat komen te liggen.  
Maar als onze gegevens zo interessant zijn, hebben de vergaarders die  
beter te beschermen. Temeer daar die gegevens feitelijk niet van hen  
zijn maar van ons, en wij door hun blunders het risico lopen op  
identiteitsdiefstal. Spaink pleit voor een uitgebreide meldplicht voor  
datalekken, boetes op het lekken van gegevens en een premie op het  
vinden van datalekken. Maar vooral pleit ze voor de invoering van  
datahygiëne en voor spaarzaam bewaren.

- K -

--
The plural of 'anecdote' is not 'fact'.
- Cory Doctorow on BoingBoing, Feb 2 2009

______________________________________________________
* Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet
* toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een
* open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek.
* Meer info, archief & anderstalige edities:
* http://www.nettime.org/.
* Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).