Patrice Riemens on Wed, 28 Dec 2016 17:21:11 +0100 (CET) |
[Date Prev] [Date Next] [Thread Prev] [Thread Next] [Date Index] [Thread Index]
[Nettime-nl] Ippolita Collectief: Internet: De democratische Illusie (II.08) |
Ippolita Collectief Internet: De Democratische Illusie. Hoofdstuk II De gnoseologische aanpak. [*] Informatie maakt vrijWij weten nu dat wat wij gewoonlijk 'het Internet' noemen niets anders is dan een klein deel daarvan, 'exclusief voor ons' uitgezocht en ingepakt, voor ieder van ons afzonderlijk, op basis van al die persoonlijke gegevens die wij zo vriendelijk zijn geweest aan onze dienstverleners te fourneren.
De gemiddelde gebruiker is net als de gemiddelde burger een uitvinding van de statistiek. Maar de eerste onderscheidt zich van de tweede door zijn totaal gebrek aan controle over het systeem - tenzij men de configuratieschermen van de platform daartoe wenst te rekenen. Binnen 'analogische' liberale democratiëen zijn de verkiezings- en vertegenvoordigingsprocessen op z'n minst expliciet, en wellicht wijzigbaar, in theorie althans, via grondwettelijke middellen. Ze zijn dus onderworpen aan een zekere mate van controle door hun burgers. Wij hebben dan te maken met systemen die waarneembaar onwaarschijnlijk complex zijn - nog afgezien van hoe efficiënt ze werken of relevant zijn. In het geval van Web 2.0 diensten tasten de gebruikers daarentegen meestal in het duister aangaande wat er zich achter de schermen afspeelt. Hier ook is er sprake van een extreem complex systeem, maar ditmaal bijna helemaal in de handen van bedrijven met winstoogmerk. Dus de bewering dat het Internet bij definitie 'vrij en democratisch' zou zijn is een leugen, daar het ervan uitgaat dat de instrumenten die (ons) gratis ter beschikking gesteld zijn door bovengenoemde bedrijven per definitie 'vrij en democratisch' zouden zijn.
De 'gnoséologische' aanpak [*] die wij voortaan zouden willen ontwikkelen (en ontvouwen) behoort tot het kennis-wetenschappelijk domein. Het Internet is een schatkamer aan informatie - "je kunt alles online uitzoeken!". Logisch dus dat politiek/sociale bewegingen volop meedoen. In verband hiermee willen wij ons aandacht richten op hoe kennis via het Internet gevormd wordt.
Soms zie je het Web 2.0 omschreven worden als een coherent en enkelvoudig geheel aan technologieen. Het bijvoegsel '2.0' dient om de vermeende nieuwigheid van het multimedia en interactieve Web te benadrukken, in vergelijking met eveneens hypertext gebaseerde, maar statische sites (geen RSS-feed, geen interactie binnen blogs, chats en andere vormen van instant messaging...). '2.0' is natuurlijk ook je reinste ontwikkelaars jargon. Die hebben de gewoonte om elke nieuwe versie van een programma te nummeren, om opeenvolgende versies van elkaar te kunnen onderscheiden. Zo zal de 1.0 versie, minder krachtig en geavanceerd zijn dan versie 2.0, ook al wordt ze als stabieler ervaren. En op die manier kunnen ook kleine veranderingen worden aangegeven op versies die dan 2.1, 2.2, of zelfs 2.1.1 etc genummerd worden. Wat wij niettemin wel goed moeten begrijpen is dat, zoals wij al eerder hebben aangetoond [1], het Web 2.0 eerder een verzamelingen gedragingen dan van technologieen vertegenwoordigd: chatten met vrienden; berichten, foto's en video's posten en delen; (quasi-permanent) geconnecteerd zijn, niets willen missen van wat zich online afspeelt. En er geldt maar èèn gebod: alles delen!
Op dezelfde wijze kan het begrip 'beweging 2.0' gebruikt worden om een waaier aan politieke en sociale bewegingen te omschrijven. Digitaal, met elkaar verknoopt [**], en aan elkaar geconnecteerd , moeten het nieuwe vormen van politieke verbintenissen voorstellen die vastbesloten zijn korte metten te maken met de oude wereld van de '1.0 politiek' die wel eens als 'analogisch' beschimpt wordt. 'Piraten' partijen, zoals Anonymous, Wikilekas, enz. 'digitaliseren' als het ware 'nieuwe' sociale bewegingen op hun manier, zoals met name Occupy (Wall Street) of de Spaanse 'Indignados'. Er zou ook sprake zijn van 'slacktivisten' (een ietwat pejoratieve samenstelling uit 'slacker' - luiwammes, en aktivist). Deze aanhangers van referenda en van online beraadslagingen, of, simpeler gesteld, van de 'cyberdemocratie' in het algemeen, lijken wel wat met elkaar te delen. Voor een groot aantal 'duiders', in het bijzonder journalisten en onderzoekers, hebben deze ideëen, hoe simplistisch ook op het eerste gezicht, best wel 'tractie': het zou wijzen op een zekere mate van gelijkenis zijn tussen bovengenoemde bewegingen. Gnoseologisch gezien zou de overeenstemming niet zozeer door deductie vast te stellen zijn (namelijk vanuit het algemene naar het bijzondere redeneren) en ook niet inductief (het omgekeerde), maar door analogie, dankzij wat psychologie en retorica beschrijven als een cognitief procédé, dat, uit een bepaalde bron (nl. het analoge), zich gaat richten op een specifiek geval. De gewekte indruk van eenheid komt dan niet voort uit een gedeelde eigenschap, noch van een gezamenlijke oorsprong van de bovengenoemde bewegingen.
Soms wordt er beweerd dat '2.0 bewegingen' wel degelijk een gezamenlijke principe hoog in de wandel hebben staan, namelijk vrijheid. Maar in werkelijkheid kun je beter spreken van gezamenlijke vijanden, dan wel dat zij zich keren tegen dezelfde gevestigde, traditionele instituties. De parlementaire vertegenwoordigingssystemen, en dan met name de bestaande politieke partijen en de erbij horende verkiezingsmechansimen moeten met name de 'kritiek 2.0' ontgelden.
Richt men zijn aandacht een beetje meer op deze bewegingen, gaat het idee dat zij allemaal een heel palet aan gezamelijke waarden zouden delen nogal wat aan glans inboeten. In menig geval lijkt transparantie het te winnen van vrijheid. Wikileaks, een organisatie waarvan het doel is het openbaren van geheime informatie, is een perfecte illustratie van het motto "informatie maakt vrij!". Digitale sociale media worden ook wel ingezet voor institutionele politieke doeleinden, zoals aangetoond door de 5 Sterren beweging in Italie, of de Duitse en Zweedse Piraten partijen - dewelke zich vervolgens als echte (traditionele) politieke partijen omgevormd hebben teneinde parlementair aanwezigheid op verschillende (provinciaal, landelijk en Europees) nivo's te bewerkstelligen. Ook zijn '2.0 bewegingen' het lang niet altijd met elkaar eens over de manier waarop 'vrijheid' (een begrip met zo'n brede betekenis dat het nogal vaag blijft en een veelheid aan interpretaties toestaat) zich weerhoudt tot andere fundamentele waarden die binnen het democratisch bestel voor politieke partijen gelden, denk maar aan vooruitgang, gelijkheid, de rol van het individu, enz. Een algemeen geldend, eenduidig vertoog te ontwikkelen over zo heterogene werkelijkheden te bevatten is dus buitengemeen lastig.
Toch blijft het buiten kijf dat deze bewegingen wel degelijk met elkaar op de ene of andere manier in verbinding staan. De eerste actie van Anonymous die echt internationaal doorsloeg bijvoorbeeld was het 'Chanology Project' (januari 2008). Deze kwam voort uit een poging van de $cientology kerk om een interne video die zonder haar toestemming verspreid was, uit de circulatie te halen. Het ging om een interview met Tom Cruise, die lid is van $cientology [***]. In antwoord op deze poging tot censuur [***] werd eerst een 'Message to $cientology' gepost. Daarop zochten een aantal 'anons' kontakt met Wikileaks wat resulteerde in dat nog meer vertrouwelijke $cientology documenten op straat kwamen te liggen. Op dezelfde manier onderhouden een aantal belangrijke leden van de 5 Sterren beweging vriendschappelijke banden met met 'piraten' groeperingen in Europa en daarbuiten. Birgitta Jonsdottir, die ooit bij Wikileaks heeft gezeten is daar een voorbeeld van. Op haar website omschrijft zij haarzelf als lid ' van het IJslandse Parlement voor de beweging' en tegelijk als 'activiste binnen en buiten het systeem'.
Maar keren wij terug naar wat de verschillende '2.0 bewegingen' met elkaar verbindt, dan zien wij dat hoewel zij geen enkele essentieel kenmerk gemeen hebben, zij wel een overeenkomsten vertonen die als het ware gelagerd boven op elkaar liggen. Om met Wittgenstein te spreken, zij vertonen tekenen van verwantschap. Dat wil zeggen dat de specifieke kenmerken van een bepaalde beweging niet noodzakelijkerwijs gedeeld worden door andere bewegingen in dezelfde familie; net zoals we van iemand zeggen dat ie erg op zijn moeder lijkt, dat ie de 'spitting image' is van zijn zuster, of dat ie een beetje op zijn grootmoeder lijkt, maar daarmee niet bedoelen dat we met volstrekt identieke personen te maken hebben. Sterker nog, het zijn juist de verschillen die ons in staat stellen de gelijkenissen vast te stellen.
Wittgenstein, die taalfilosoof was, nam spelen als voorbeeld. Wanneer wij het woord 'spel' gebruiken kunnen wij heel verschillende activiteiten en voorwerpen bedoelen: een kaartspel, bordspelen, balspelen, woordenspelen, circusspelen ... Er bestaat geen klare en duidelijke grens tussen de verschillende definities. Hoe meer aandacht we richten op de betekenis van woorden, hoe meer ongrijpbaar en dubbelzinnig die gaat lijken. Met andere woorden, 'gemeenschappelijke trekken komen uit en verdwijnen weer' [2].
Elke classificatie van politieke bewegingen die streeft duidelijk en precies te zijn is per definitie enigszins vooringenomen. Dit is gewoon het kenmerk van elke simplificatie, ook al is zij gespeend van kwade bedoelingen, omdat het pretendeert iets wat levend en constant in beweging is in een vakje te duwen. Daarom voelen we ons geroepen tot een verklaring van epistemologische bescheidenheid. Het vertrekpunt van ieder serieus onderzoek is volgens ons een zekere mate van relativisme. Het gaat er niet om ons te beperken tot onze meest dadelijke indrukken, en evenmin ons te onderwerpen aan 'wat men zegt' en/of 'wat men denkt', in een woord aan al die dingen die kennelijk zo belangrijk zijn voor wat 'de publieke opinie' genoemd wordt. Het gaat ons evenmin om ons te verschuilen achter het intellectueel gezag van deze of gene auteur die eens en voor altijd de waarheid zou hebben verkondigd, in de stijl van religieuze dogma's. Ons streven is daarentegen wel om duidelijk te maken middels welke cognitieve processen men ertoe gebracht is te denken dat 'het Internet vrij en democratisch' zou zijn.
-----------------------[1] Ippolita Collective, In the Facebook Aquarium: The Resistible Rise of Anarcho-Capitalism. Amsterdam, Institute of Nework Cultures 2015
http://networkcultures.org/blog/publication/no-15-in-the-facebook-aquarium-the-resistible-rise-of-anarcho-capitalism-ippolita/[2] Ludwig Wittgenstein, Philosophical Investigations, Oxford : Blackwell, 1958
........................[*] Ja, ik moest het ook opzoeken, al kan ik het wel ontleden (als gesjeesde classicus ;-) OK, hier de Wikipedia definitie dan, die komt redelijk geloofwaardig over: "De gnoseologie is de discipline van de filosofie die zich bezighoudt met de fundamenten en de reikwijdte van menselijke kennis." (leest verder op:
https://nl.wikipedia.org/wiki/Gnoseologie)[**] 'reticulair' is een favoriet term onder Franse 'digicult.' en is behoorlijk fuzzy. Het beste beeld is dat van en wirwar aan worteltakken die in/met elkaar verstrengeld zijn. Verwant aan dat andere evergreen uit de Dolce & Gaban... sorry Deleuze & Guattari school: rhizoom.
[***] https://www.youtube.com/watch?v=UFBZ_uAbxS0'censuur' staat (inderdaad) tussen enkele aanhalingstekens in het origineel, die heb ik dus verwijderd - 'traduttore traditore', niet waar.
https://www.altalang.com/beyond-words/2008/10/09/traduttore-traditore/ ______________________________________________________ * Verspreid via nettime-nl. Commercieel gebruik niet * toegestaan zonder toestemming. <nettime-nl> is een * open en ongemodereerde mailinglist over net-kritiek. * Meer info, archief & anderstalige edities: * http://www.nettime.org/. * Contact: Menno Grootveld (rabotnik@xs4all.nl).